Eerste pagina Donkere Kamer
De zachte wind bracht de geur van vuur mee. Verderop werd iets verbrand. Gesnoeid hout misschien; al een paar uur hadden er klappen van machetes geklonken, galmend tegen de bergwand. Vincent richtte zich half op en speurde om zich heen, op zoek naar een rookpluim.
In het hellende weiland klonk het stupide en monotone geluid van koebellen. Om door het leven te gaan met dat onophoudelijke tingelen van die bronzen bel vlak onder je oor, wat een hel moest dat zijn, dacht Vincent. Om zich meteen daarna te realiseren dat hij ook zo’n leven leidde. Maar dan die bel vervangen door zijn eigen gedachten, tomeloos, repeterend, gekmakend. Vincent liet zich terugzakken in de strandstoel die hij gevonden had in de schuur die bij het chaletje hoorde. Naast de stoel stond een fles witte wijn in een emmer koud water. In zijn hand lag een boek, eentje hier uit de kast, iets dat door een vorige toerist was achtergelaten, of misschien door de verhuurder daar neergezet, hoe dan ook, hij had er nog geen letter in gelezen; dat hij het vasthield was alleen voor het geval iemand zich mocht afvragen wat hij hier eigenlijk zat te doen op de veranda. Het gedrag van een schuldige.
Dat was toch wat; dat Vincent zich altijd gedroeg alsof hij iets te verbergen had. Het imposter syndrome, Vincent had zijn cliënten vaak genoeg laten inzien dat ze eraan leden. Misschien was dit een afgeleide daarvan. Hij zou de DSM4 er eens op naslaan. Het verschil tussen hemzelf, de therapeut dus, die het allemaal zo goed wist, en zijn cliënten, was dat Vincent daadwerkelijk iets te verbergen had. En dan ging het niet over het nieuws dat gisteren door het blad InBeeld de wereld in was geslingerd. Want dat was niet meer te verbergen; ze hadden het in woorden gegoten, de woorden waren met inkt op krantenpapier gedrukt en de kranten waren in kiosken en sigarenzaken in rekken geplaatst, met zijn gezicht dat vanaf de voorpagina de wereld in keek. Hoewel, dat laatste trouwens niet, want ze hadden zo’n obsceen balkje over zijn ogen geplaatst. Geblinddoekt. En wat hij nu aan het doen was kwam eigenlijk op hetzelfde neer: in de Alpen de hoogte opzoeken, vluchten tot ver boven alles en iedereen, zodat ze hem niet zagen en hij de anderen dus ook niet.